Op grote hoogte
Beste allemaal, Het was me weer een drukke reis. De afgelopen dagen kwam niets van mailen door de grote reisdrukte. Al met al kan deze reis al tot de meest intensieve tot nu gerekend worden. Vandaag zijn we net aangekomen in Cuenca nog steeds in de Andes. Nog steeds temperaturen rond de 20 graden of minder. Het weer verandert hier als een gek. Dan weer beetje miezer door de lage wolken, dan weer intense zo'n. Het was een lange reisdag van zes tot zes uur. Gelukkig kan het nu wat rustiger aan voor de komende dagen.
De avond voor ons vertrek in Banos was getal in het restaurant. Iedereen kreeg eten, behalve ik. Ook latere bezoekers zaten al lang aan de Cavia. Toen ben ik eens even naar de baas te gaan. Hij had het druk ik ik moest maar eens in de keuken gaan kijken. Toen vertelde ik hem dat hij mijn bestelling zelf maar moest opeten. Ik betaalde enkel het bramensap en hongerig heb ik die idiote zaak maar verlaten. Na ons vertrek in Banos zijn we gereisd naar Rio Bamba. Deze reis werd onderbroken door een uitstapje naar de hoogste berg van zuid Amerika, de Chimborazo vulkaan op 6130 meter. Al maar stijgend in de bus kwamen we uit op 4800 meter. De boomgrens ligt hier op 3000, veel hoger dan bij ons. Dat komt door de evenaar hier in de buurt.
Het landschap is hier marsachting met op grote hoogte glooiende roodgrijze heuvels en de enorme besneeuwde kop van de vulkaan die uit de wolken gleed. De bus stopte op een stoffige parkeerplaats en de mogelijk was er om naar de sneeuwkop te klauteren tot vijfduizend meter. De lucht is hier de helft van wat we normaal hebben dus elke stap liet je hijgen. Na wat cocathee en soep ging het beter. Jassen aan en ijsmutsen op. In een rij gingen de meesten langzaam naar boven. De witte kop lonkte. Ik deed het rustiger aan met twee Belgische meiden. De groep was al weg en wij klommen op ons gemak. Af en toe moet je gewoon stoppen, je lijf kan het niet aan. Wat wel opvalt is dat je steeds sneller herstelt en dan weer wat verder kunt stijgen.
Het was niet erg stijl maar toch behoorlijk zwaar. Na een uurtje hadden we tweehonderd meter gestegen en tikten we op mijn gps de 5000 meter aan. Een koude harde wind woei om ons heen, de gids ondersteunde de dames. Tijd voor een foto als bewijs. Ook video ontbrak niet. De top leek vlakbij en sneeuwvelden woeien op de flanken. Wie verwachtte zoiets in Ecuador? Rustig weer naar beneden, dat is nog lastiger want je glijd snel uit over de steentjes. Op het basiskamp aangekomen stonden een reeks mountainbikes klaar voor degenen die tweeduizend meter wilden afdalen. Kosten 50 dollar.
Ik liet het aan me voorbijgaan maar de dames wilden wel. Na de start lag er al eentje langs de weg, gewoon te hoog en dodelijk vermoeid door de ijle lucht. We hebben haar in de bus geladen. De rest, ongeveer 15 man zoefde naar beneden. Wij gingen er mat Asja in de bus achterna onderweg heb ik prachtige beelden van de waaghalzen gemaakt die soms de 60 km per uur haalden. De witte kop van de Chimborazo leek steeds verder weg. Na een flinke daling tot de groene dalen met de vele lama's en vrouwen met bolhoedjes pikten we de club op bij een klein kerkje. Vijftig dollar armer en een ervaring rijker. Tijd om eindelijk eens naar Rio bamba te gaan. Tegen de avond bereikten we het stadje. In de verte lag een oranjerode vulkaan nog net zichtbaar voor ons... Tijd om te douchen en eindelijk weer eens warm te eten na twee dagen
Baden in Banos
Reismee werkt weer!!
Beste allemaal, Wat een stomvervelend gedoe met die ellendige Reismee. Dat stuk ellende lag er bijna een maand uit. Zonder enige aankondiging werkt het i eens weer. Ik had daar alle mailadressen inzitten dus velen hebben mijn reisverslagen gemist. Ik had niets in Gmail zitten. Het inzetten van de verhalen uit gmail kost veel tijd . En dat hebben we hier niet. Bovendien is er spaarzaam internet. Ik probeer alles te herstellen maar dat zal niet à la minute zijn..
Ik neem hier de draad maar even op van de laatste verslagen. Maandag 21 juli zijn we vroeg in de morgen vanuit het Amazonewoud vertrokken. De reis was weer lang en lastig. Door slechte wegen, af en toe stoppen en weer verder. Stijgen weer, want we gaan de Andes weer in. We komen van 300 meter en gaan weer naar 1600 dus een hele stijging. Onderweg bezoeken we wat attracties. Een daarvan was een oversteek over een Canyon die intens diep was met een gietijzeren mandje. Dat ding loopt over een staalkabel naar de andere kant aangedreven door een vrachtwagenmotor. Ik zie mijn broer al bedenkelijk kijken.. Het mandje liep soepel en de motor ronkte en stonk naar diesel. In een haal vlogen we naar beneden en toen met de motoraandrijving weer naar boven. Dan ben je al weer een 700 meter verder. Daarna weer terug . Onderweg hangt het mandje even stil. Dan ronkt de motor weer en hup, voor 2 dollar ben je weer terug. Het uitzicht is geweldig. In de avond waren we in banos, een bergstadje op 1600 meter.
Voor aanvang bezochten we een banos-snoepwinkel en een notensnijderij. Daar is het enige handgesneden olifantje van Ecuador te vinden. Het hotel Monte Selva ; bergbos ligt tegen een vulkaan aan, weer eentje zoals de Cotopaxi die jullie hierboven zien. De huisjes zijn erg mooi en kijken uit over het dal. We zien de kerk en de vele huisjes in het stadje. We zijn gaan eten in een vulkaanrestaurantje, ze bakken daar biefstukjes op vulkaansteen.. De wijn is erg duur hier. Dat komt door het beleid van die Correa. We zitten in een soort Chávez- land waar dure dingen belast worden en cadeautjes worden gegeven aan de armen voor stemmenwinst...
Dinsdag 22 juli is een vrije dag. We kunnen uitrusten van het vele gedoe onderweg, excursies ondernemen, of mailen. Dat laatste was al meteen onmogelijk omdat internet er hier uitligt. Ja beste mensen. Je zit hier in Zuid-Amerika.... Wij besloten het rustig aan te doen en het stadje te bezoeken. De jongeren en hun ouders besloten te raften. Daar kwamen ze van terug. Door de grote waterval was de rivier woest geworden. Hun achtmansboot sloeg om en enkelen belandden onder de boot. Anderen werden met de stroom meegesleurd en liepen kneuzingen op. Een meisje uit België zat ergens op een eilandje vast. Men besloot de trip af te lasten. Een reisgenootschap loopt nu erg moeilijk en een ander het moeite met haar vingers. En je moet er nog voor betalen ook. Iets van 35 dollar..
Mijn kamergenoot en ik zijn naar het stadje geweest en hebben prachtige foto's gemaakt. Banos is niet al te groot, licht in het nevelwoud en heeft prachtige planten en parken. Ook de markt en de kerk mag er zijn. Banos is het bedevaartsoord van Ecuador. In de middag hebben we de dierentuin bezorg. Dieren die we helaas niet in de Amzone zagen, waren er nu, ocelotten, condors, jaguars en papegaaien. De wandeling was alleen al de moeite waard. We liepen langs hangbruggen en diepe kloven waaronder woeste rivieren stormden. Iets voor de Wintertjes denk ik, maar ik doe er niet meer aan mee. In de avond zijn we naar de Italiaan geweest. De pizza's waren heerlijk maar de bodem was roetzwart. Dus ook geen succes. In de avond konden de meesten naar de vulkaan Tunguharua gaan kijken, maar ik niet. Het is de enige actieve vulkaan hier maar hij slaapt... Door de bewolking was er niets te zien. Ik dronk wat wijn op de kamer.
Vandaag 23 juli is het betrokken. Het weer was niet goed genoeg om de rand van de bergen rond de vallei te bezoeken. In de ochtend zijn we maar even naar het bedevaartsoord gegaan waar Lourdes water te krijgen was. Een enorme waterval dendert daar vanaf de bergrand de vallei in. Onderaan laat met de bekende bidonnetjes vol water lopen. Tegen de middag hebben we besloten met de taxi de bergen in te gaan, 400 meter hoger. Dat klimmen heb ik wel gehad hier. Waar jongeren gaan canyonningen en naar boven racen om te winnen, gaan wij met de taxi. Dat is wat relaxter. We zijn toch op vakantie? Het uitzicht blijft adembenemend. Daarna wel te voet naar beneden. Ook dat is inspannend, je knieën vangen veel schokken op. Maar de prachtige foto's van het stadje van boven bij La Cruz maken veel goed. Vanavond nog even Frans eten en dan zit het er weer op in Banos. Morgen gaan we naar Rio Bamba. Dat Frans eten werd echter een deceptie. Ik werd niet bediend..
Amazonica
Vanavond zijn we na een lange tocht aangekomen in Banos, weer in de Andes. De tocht in de jungle was best zwaar door de zware regenval in het regenwoud. Twee nachten verbleven we in een bamboehut aan de rand van het Amazonegebied, maar al aardig diep in het woud.
Op de tweede dag van het verblijf aan de rand van de Amazone, het relaas..
Al vroeg in de morgen zijn we vertrokken vanuit yacumalodge. Er stond een jungle-expeditie op het programma. De nacht ervoor had het stevig geregend zodat het erg glibberig was. We kregen allemaal lange laarzen aan. Er was een aantal reisgenoten die liever nog in plaats van drie uur, acht uur wilde gaan lopen. Wat het bezielde was met niet helemaal duidelijk. Daarna trokken we de Bush in. Het is een typisch Amazone-regenwoud met veel riviertjes, zware plantengroei en hoog opgeschoten bomen bijvoorbeeld de breedgewortelde Ceibaboom. Een Indiaanse gids legde ons uit wat we zoal zagen. Lopende bomen (jazeker) ijzerbomen (sla er maar eens met een manchette op) en zware varenplanten. Overal het ijle geluid van krekels. Bovendien goed smeren want het is een malaria-risocogebied. Dieren zijn nauwelijks te zien. Daarvoor moet je nog verder de bush in. Maar ik vond het al mooi zo.
Na een tijdje volgden we een smal modderpad wat steeds stijlen werd, klimmen en dalen met moddertrapjes van vorige lopers was niet makkelijk. Daarbij begon het flink te regenen. Maar wat wil je in een regenwoud ! De gids had al een enorm boomblad als paraplu gevonden. De rest dabbende er in een rijtje achteraan. Het was door de regen gelukkig niet heet, iets van 25 graden. Na een tocht door een lage kreek werd het oerwoud steeds donkerder en klonken de krekels feller, we zaten al een eind weg.
Lange lianen hielpen ons met klimmen en dalen en af en toe ging er een onderuit.
Na een poosje scheidde de snellopersgroep zich van ons af. Ze wilden meer en verder. Ik had het echter wel gezien. Na drakenbloedbomen (sap helpt tegen infecties), harde notenbomen en oerwoudkammen vond ik het tijd om weer terug te gaan. De regen daalde weer opnieuw neer maar de dichte vegetatie maakte er dikke druppels van. Mijn junglehoed bood uitkomst Na een uur kwamen we weer bij de loges aan, onder de modder en doornat. Maar we weten nu wat een jungle-expeditie inhoudt. De snelle groep wilde nog verder... In het kamp aangekomen was het noodzaak maar niet te veel te verkleden want in de middag stond er nog een bezoek aan de Kitchua-indianen op stapel. Tijdens de lunch liep de regen in stromen naar beneden. Gelukkig was het na de middag droog, konden we de rivier voor de lodge oversteken en naar het indianendorpje gaan. Ze verwachtten ons kennelijk want we kregen een demo in pottenbakken en cacaobonen pellen.Ik heb maar ontwikkelingswerk gedaan een schaaltje gekocht
Bij terugkeer rond vier uur was de snellejungleclub weer terug. Nat tot het bot en doodmoe. Ze hadden tot hun middel door een rivier moeten waden. Ook moesten ze nog de twee Indiaanse gidsen betalen. Je moet er maar zin in hebben.
Als laatste onderdeel was het dobberen op de rivier een vast plan met jungleboten voeren we naar een deel van de rivier waar het behoorlijk snel stroomde, richting de Amazone. Daar werden dikke autobinnenbandendie op het dak van de boot laten in het water geworpen en konden we, er in zittend, dobberen over de rivier. We waren ineens meteen erg schoon.
Het begon weer te plenzen maar we waren toch nat.. In een dichte gevel van regen voeren we weer terug naar de lodges. Aardig afgedraaid en zeiknat was het tijd om de douche op te zoeken. Het temperatuurtje was echter lekker, mijn broe zou zich in een sauna wanen. Daarna wachtte een welverdiende maaltijd met versgebakken tilapiaen boomtomaten met cassave en witte maïs. We waren geslaagd voor het junglediploma. De andere dag gaan we weer de bewoonde wereld in, ongeveer 2000 meter stijgen, weer de Andes in naar Banos. Daarover een andere keer meer.
Het midden van de aarde
Beste reisvolgers,
Ook hier staan we stil bij de verschrikkelijke gebeurtenissen in de Oekraïne. Via de WiFi en de kranten hier is alles te volgen. De wereld wordt steeds kleiner maar dat kleiner worden gaat niet voor niets...zelfs een reisgezelschap van een concurrent van Djoser, Sawadee (21 personen) is helemaal weggevaagd zo meldde onze reisleider. De chauffeur liet gruwelijke foto's zien uit de Ecuadoraanse Bild-zeitung.
Vandaag zijn we in alle vroegte vetrokken uit Machachi. we gaan nu de warmte tegemoet. Eindelijk want het is nu even mooi geweest. We zijn gegaan naar een indianenvesting precies op de evenaar, waar Equador zijn naam aan dankt. Er was een tentoonstelling van indianen die in de Amazonewouden van Equadorwonen. De jungle ligt ten oosten van de Andes en... wij gaan er morgen heen. Er wonen zelfs koppenverkleiners.
Op de evenaarlijnkon je met twee benen elk op een andere aardhelft staan. Verder liet de gids zien dat water op de ene helft linksom en op de andere rechtsom wegstroomt. Na dit bezoek gingen we naar la Mitad del Mundo. Fransen dachten lang. Geleden dat daar de evenaar liep maar ze zaken er 250 Meter naast. Via mijn GPS kon je zien dat het klopte. Op de Evenaar geeft hij bijna00.00.000 aan. Er zit een kleine afwijking op. Dat moet van de yankees. Verderopzijn de laatste cijfers al 320...
Op een grote toren met daarboven een aardbol kun je het hele landschap zien.
Dat was het voor vandaag. Vanmiddag even langs de kapper en het buurtcafe.We zitten weer in het eerste hotel in Quito want morgen dalen we af naar 300 meter. We gaan naar de Yacumi Ecolodges in de jungle. WiFi en mail zijn daar helaas niet mogelijk. Dus maandagavond wordt de volgende maildag. Dan zitten we alweer in Banos. Reismee ligt er nog steeds uit. Morgen gaat alleen een kleine rugzak mee want we gaan naar de jungle op expeditie over een bergstroom via kleine bootjes. Daar is alles minimaal en moeten we voor muggen oppassen. (Malariarisico) Het is maar een dagje maar je weet maar nooit. Smeren en lange kleding aan in de avonden. We hopen daar ook de koppenverkleiners niet tegen te komen! Ze zitten nog in een geïsoleerd gebied.
Bij de afdaling door Paramoplandschappen en nevelwouden rijden we op[ 4000 meter in de wolken langs thermische baden voor een kuurtje. In Pallacta kun je de warme baden bezoeken. Het is er stikkoud dus ik ga maar wandelen langs een woeste bergstroom. Daarna de grootste afdaling van 4000 naar 300 meter over niets dan haarspeldbochten, nergens vangrails. Het wordt steeds zonniger en warmer. Bij een wegrestaurant eten we forel en zien de de Andes al als een grijze band achter ons liggen. We zien weer insecten en de lucht wordt knalblauw.
Na een tankstop met ijs wat eindelijk smaakt zitten we in de Amazonica zoals het hier heet. Tropische bomen, orchideeën en bananenbomen. De kou is eindelijk uit de lucht. We moeten nog 2 uur over een hobbelweg om de rand van de jungle te bereiken. Nergens geen bergen meer te zien. De bagage voor twee dagen gaat uit de bus en mee smalle bootjes in, we varen naar Yacuma-lodge, een bamboe vakantiedorpje in de jungle.
Indianen uit het kitchuagebied helpen ons en stuurden ons de brede rivier op het leek de Amazone wel. De smalle bootjes moesten in balans blijven dus niet te veel bewegen. We zaten nu echt in de jungle. Geen wegen meer maar alleen waterwegen en natuur. Tegen de avond bereikten we het dorpje met veel bamboehuizen, prachtige tuinen en een restaurantje, Yacumilodge.
Dat dorpje is een geweldig aangekleed tuincentrum met een keuze uit tropische planten en bomen. We krijgen ene vies welkomstdrankje en kunnen eindelijk in ons bamboebed onder de klamboe neerploffen. Overal gieren de krekels. Pff wat is het warm hier. En zuurstof met bakken beschikbaar.
Cotopaxi
Beste allemaal
Vanochtend zijn we vroeg vertrokken naar de vulkaan Cotopaxi. Allereerst kwamen we in Saquisili terecht aan de voet van dat enorme beest met zijn dreigende witte kop. Daar zijn we eerst naar een veemarkt geweest. Het was daar een bont spektakel van inheemsen met lama's, koeien zwarte varkens en schapen. Alles was per diersoort gescheiden in de openlucht. Overal passeerden beesten aam touwen die gekocht waren door voor het merendeel boeren in traditioneel gewaad. Vrouwen en mannen dragen de hoedjes die ons vader vroeger verkocht . Hij zou hier een goudmijntje hebben.
De biggetjes zitten in een nylon zak en worden naar believen eruit gehaald, varkens knorren in groepen aan touwen gebonden rond en de lama's spuwen naar elkaar. Na een uurtje heb je het wel gezien. Van een pick-up viel bij wegrijden een varken af. De chauffeur had het niet in de gaten en de boer erachter dreef het weer in zijn truck. Kijk dat is nu een staaltje van hergebruik.
In het stadje bezochten we de plaatselijke markt. Ook hier weer weinig nieuws, dezelfde kramen met varkenskoppen en cavia's, konijnen en kuikens. Alles gaat in papieren zakken of dozen. Veel aardappelhandel hier. Deze landen zijn ermee begonnen. Bijzonder was de eetschuur waar bezoekers voor weinig geld kunnen eten. Achter het fornuis stond een blauw vat waar de soep in zat. Een hond vond dat ook lekker en zette zijn poten ertegenop. Hij slobberde totdat de Indiaanse vrouw met hoedje het zag. Beest weggejaagd en hup weer scheppen met een enorme lepel.
Terug nu naar de vulkaan Cotopaxi (5900) . Het werd klimmen geblazen want de vulkaan ligt in een natuurgebied met toegangscentrum. Twee gidsen wachtten op ons en verder ging het weer. We klommen tot ongeveer 4000 meter waar de wind keihard om je heen joeg. Iedereen was in Jack en muts gehuld. We keken uit op de trechter vanwaaruit de lava bij een eruptie richting Quito zou stromen. Men verwacht weer een uitbarsting rond het einde van dit jaar. Daarna zijn we weer gedaald tot 3500 meter waar we vulkaan goed konden zien. Een wolkenpluk rond de top dreef langzaam weg en we zagen de diep besneeuwde top. En ik maar denken dat het lekker warm in dit land is.... Na een rondwandeling rond een bergmeer van een uur of twee waren we aardig afgedraaid. De lucht is hier zo ijl dat je naar adem snakt ik merk wel dat er gewenning ontstaat dus dat je steeds wat meer kan.
Na de tocht daalden we met gids en al weer af richting Machachi. Vanavond is er weer eten in het boerenrestaurant dat zeer sfeervol is. De wind draait weer om ons huisje en langzaam valt de nacht. Net nog even via de Tablet het verschrikkelijke nieuws van het neerschieten van een vliegtuig boven Oekraïne gezien.
Morgengaat het terug naar Quito voor proeven nabij de evenaar. Daarna richting jungle dan zitten we drie dagen in het woud aan de voet van de Andes. Weer meer lucht en niet zo koud.
Peterbaas
La Estacion
Vanochtend zijn we naar de ponchomarkt geweest. Weinig poncho's gezien maar veel toeristisch spul van bonte tassen tot geweven schilderijtjes.. De breiende en keuvelende indianen waren wel de moeite waard. Dus veel zien en weinig kopen. Daarna naar de kerk in de verte daar is meestal veel volk hier. Het plein met de enorme palmen deed me aan Arrequipa denken in Peru. De zo'n was al lang doorgebroken en de kleuren waren prachtig.
Meestal is er een groot volksmarkt bij de kerken hier en ja hoor iets verder op na enig zoeken waren kraampjes met gewoon spul voor de indianen. En daarachter een overdekte markt! Grote varkens en schapenkoppen keken je aan bij de slagers. De meest vreemde vruchten en boomtomaten lagen op de kisten. Enorme bramen waren te koop. Ze maken er sap van. Overal drinken ze hier bramensap. Ze noemen het Mora
Er is geen zomer of winter hier. Pluk je fruit dan gaat het weer groeien. Aan de bomen hangen enorme avocado's en vreemde citrusvruchten zo groot als twee kokosnoten. Overal bestel je hier vruchtensap en het kost weinig. Het klimaat is dus redelijk monotoon hier. Ook de zonsopgang en ondergang zijn altijd hetzelfde. Toch hebben de mensen en zeker de indianen een donkere gelaatskleur. Ze zijn erg klein, dragen herenhoedjes van vroeger en hebben en enorme vlecht.
Na Otavalo zijn we vertrokken naar het zuiden via Quito. Deze monsterstad lieten we links liggen en we bereikten de vulkanenroute. Een lange rij enorme bergen van boven de 4000 meter liggen links en rechts van je. Meestal zijn de toppen in wolken gehuld. Het blijft zonnig maar het wordt weer kouder nu we gaan stijgen.
Peterbaas
Verse varkenskoppen
Vanochtend zijn we naar de ponchomarkt geweest. Weinig poncho's gezien maar veel toeristisch spul van bonte tassen tot geweven schilderijtjes.. De breiende en keuvelende indianen waren wel de moeite waard. Dus veel zien en weinig kopen. Daarna naar de kerk in de verte daar is meestal veel volk hier. Het plein met de enorme palmen deed me aan Arrequipa denken in Peru. De zo'n was al lang doorgebroken en de kleuren waren prachtig.
Meestal is er een groot volksmarkt bij de kerken hier en ja hoor iets verder op na enig zoeken waren kraampjes met gewoon spul voor de indianen. En daarachter een overdekte markt! Grote varkens en schapenkoppen keken je aan bij de slagers. De meest vreemde vruchten en boomtomaten lagen op de kisten. Enorme bramen waren te koop. Ze maken er sap van. Overal drinken ze hier bramensap. Ze noemen het Mora
Er is geen zomer of winter hier. Pluk je fruit dan gaat het weer groeien. Aan de bomen hangen enorme avocado's en vreemde citrusvruchten zo groot als twee kokosnoten. Overal bestel je hier vruchtensap en het kost weinig. Het klimaat is dus redelijk monotoon hier. Ook de zonsopgang en ondergang zijn altijd hetzelfde. Toch hebben de mensen en zeker de indianen een donkere gelaatskleur. Ze zijn erg klein, dragen herenhoedjes van vroeger en hebben en enorme vlecht.
Na Otavalo zijn we vertrokken naar het zuiden via Quito. Deze monsterstad lieten we links liggen en we bereikten de vulkanenroute. Een lange rij enorme bergen van boven de 4000 meter liggen links en rechts van je. Meestal zijn de toppen in wolken gehuld. Het blijft zonnig maar het wordt weer kouder nu we gaan stijgen.
Peterbaas
Correa op de kiek
Beste allemaal,
Hierbij het eerste reisverslag uit Ecuador
We zijn op zondag na een lang, lange vlucht over de oceaan veilig in Quito aangekomen.Om te mogen landen moesten we eert een half uur cirkels draaien boven het nieuwe vliegveld met nog maar steeds een landingsbaan. Met Corea aan het roer is een socialistische tijd aangebroken. Veel projecten zoals nieuwe wegen, vliegvelden en betere voorzieningen voor armen. De rijken morren want er is nu weinig corruptie en de belastingen voor vermogenden zijn torenhoog.
De hoofdstad is enorm hier: 50 km lang en 2 km breed. De metropool ligt als een langlint in een nauwe vallei omsloten door hooggebergte. Gisteren hebben we de binnenstad bezocht met de vele straatjes, kerken en koloniale gebouwen. In de middag zagen we heel uitzonderlijk de wisseling van de wacht voor het presidentieel paleis. Ook president Corea heb ik op de kiek en de film staan. Veel muziek, bombarie van harmonie in oude legeruniformen en ruiters te paard.
Daarna zijn we met een kleine groep naar de kabelbaan gegaan. Dat was een enorme belevenis. De rest was bang voor de kou en wind maar met twee oude reisgenoten dieik toevallig op Schiphol tegenkwam en een koppel Belgen zijn we in een gondel van 3000naar 4000 meter gestegen. Het was helder weer, erg koud in t shirt,erg adembenemend wegens de hoogte maar geweldig we zagen de hele stad als een glinsterend beige lint tussen de enorme bergen.het was steenkoud, erg adembenemend, maar zonnig. Je moet hier niet te veel lopen en klimmen, je bent zo moe. Daarna weer gauw naar beneden.
Om 16.00 uur moesten we vertrekken van ons hotelper bus naar het noorden, richting Colombia. Daar beginnen de tientallen drugscontroles. We rijden door een droog en dor landschap dat me wat aan Namibie deed denken. We komen aan in Otavalo die voornamelijk uit Indianen bestaat. De groep is erg leuk maar de meeste kenik amper behalve kamergenoot Gerard. Die is erg rustig en zonder problemen met wel veel hoestaanvallen.. Zal wel door de hoohte komen.
De stad Otavalobestaat voor het merendeel uit indianen en kent een uitgebreide markt op zaterdag. Dan zijn we weer weg.Vandaag gaan we naar een kratermeer en bezoeken wat bedrijfjes. Morgen gaan we naar de ponchomarkt. Verder alles goed. Mooie reis, dik tevreden. Ik hoop. Weldat Reismee er toch snel weer is..
Voor jan: het weer is hier redelijk. Wat bewolkt maar ook zonnig tot 22 graden maar steenkoud op grote hoogte. Nog geen regen gezien, maar we zitten in de droge tijd. Ze verwachten zelf Nino weer in het najaar...Zeer zware storm. Als we afdalen naar de jungle op zaterdag wordt het veel warmer. We blijven nu zo op 2500 meter hangen. De wolken hangen hier al vlak boven je kop.
Voor Mary: gisteren hebben we Mexicaans gegeten Encilladas met kip als je het iets zegt. Pittig maar heerlijk. Verder heel goed brood hier en lekkere fruitdrankjes vooral van bramen. Wijn is stikduur hier wegens de Corea-belasting erop dus dan maar Pilsenerin halve literflessen.Er is hier Geen Heineken, maar om de dorst te lessen bevalt Pilsener. Je moet hier veel drinken en goed smeren tegen de zon. Die staat hier loodrecht boven je hoofd. Anderhalve liter water per dag is was Marc, onze reisleider aanraadt, maar daarvan moeten er heel veel naar de toilet (Bano zeggen ze hier, dus iedereen gaat naar Jo met de Banjo)
Peterbaas