In het spoor van de duivelsneus
Vertrek in Riobamba heel vroeg in de morgen. De immer actieve Limburgse reisleider Marc had weer veel op het programma staan. En we moesten al vroeg inchecken op het treinstationnetje dat twee uur verderop lag. We gaan naar de Duivelsneus. De treinrit is heel bijzonder en al ooit op TV uitgezonden. Om zes uur zaten we al in de bus ren reden door een pikdonker Ecuador. Het was vrijdag en het land werd wakker. Vreemd dat het bij jullie dan al een uur in de middag is. Na een stop bij het oudste kerkje van het land, gesticht door de Spanjaarden, kwamen we in een treinstadje, zoiets als Aguas Calientes in Peru.
Hier loopt de enkelbaanse spoorweg van de kust naar Quito. Wij deden mee aan een toeristische excursie per trein naar een rotsmassief, de Duivelsberg. Overal rails in het dorpje en veel diesellocs. Na inchecken kwamen we op het zeer oude perronnetje, zoiets als Boxtel vroeger. Er stond een oude trein klaar uit de Franse tijd met houten wagons. Tussen de wagons in zat een Remmer, die soms aan grote wielen moest draaiden. Dit is kaasje voor Pierre! Met horten en stoten zette de trein zich in beweging. Het uitzicht was prachtig. Na een halfuurtje zagen we ineens rails die onder ons. Daar zouden we ook komen. Maar hier zijn geen haarspeldbochten.. De trein zigzagt naar beneden en rijdt dan weer voor- en dan weer achteruit.
Uiteindelijk kwamen we bij de Duivelsneus waar Ecuadoranen op het station in poncho's en met Andesmuziek bezig waren. Het was net of we in het wilde westen terecht kwamen. Een vulstation voor stoomlocs, antieke bruggen en paarden en lama's op de rails. Daarna ging het zigzaggend weer terug. We hadden een lange dag die in de middag nog werd onderbroken door een bezoek aan een oude Incastad.
Vanuit Peru zijn de Inca's ook hier doorgedrongen. War er te zien was waren oude fundamenten en een Zonnetempel. Erg herkenbaar met de Incastenen deals een mozaïek precies in elkaar passen. Erg veel stenen hier dus het werd tijd met wat reisgenoten voor een grote fles Pilsener op een terrasje buiten de opgravingplaats. Het weer is hier nog steeds zeer wisselend, twintig graden met plotselinge miezer en dan weer een felle stekende zo'n, we zitten bij de evenaar maar nog steeds erg hoog.
Tegen de avond bereikten we Quenca, een stad uit de tijd van de Spaanse veroveraars, met koloniale oude gebouwen in vele kleuren. We kwamen terecht in een typische koloniaal hotel, Inca Real met de treffende patio's, oude houten hekwerken op de eerste etage en zeer krakende vloeren in de kamers. De kasten zitten achter een deur, je krijgt dan een kleine ruimte met de kast. Morgen gaan we eerst naar een fabriek van Panamahoeden, de bekendste van de wereld:Homero Ortega. De hoeden worden in tegenstelling wat iedereen denkt, niet in Panama maar hier in Ecuador gemaakt.
Reacties
Reacties
Weer een dag gelezen van je... lijkt me leuk zo'n trein rit...
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}